De zee is het lichaam; er zijn twee vissen:
de geest en de ziel
De wijzen zeggen dat er in den beginne twee vissen
in onze zee zijn,
geheel ontdaan van vlees en beenderen.
Men moet ze in hun eigen water koken.
Uit hen zal een onmetelijke zee gemaakt worden,
die geen enkel mens vermag te beschrijven.
Dit zeggen de filosofen:
de twee vissen zijn slechts één, dat is waar,
ze zijn twee, niettemin een enkel ding,
Lichaam, Geest en Ziel.
Nu zeg ik u met stelligheid:
kook deze drie tezamen, opdat de zee zeer groot
zal zijn.
Later zal dit voor u duidelijk worden,
wanneer ge een grote groei hebt doorgemaakt.
Kook goed de zwavel met de zwavel,
en wees zuinig met woorden over dit punt.
Zwijg en bewaar deze dingen voor uw welbehagen,
zo zult gij bevrijd zijn van alle armoede.
Let voldoende op uw woorden,
opdat uw werk voor niemand zichtbaar worde.
Lambsprinck noemt het een zee met twee vissen. De vissen zijn twee kernen van bewustzijn in de oceaan van het onbewuste, geest en ziel in een elementair stadium.
Op het moment dat we geboren worden, is alles er: de wereld, het heelal. We nemen het waar in zijn totaliteit en zonder enige beperking. Alle invloeden, van nabij en van ver, bereiken ons volstrekt open bewustzijn tegelijkertijd. Maar we kunnen het niet bevatten omdat we nog niets hebben om het mee te bevatten. Er is alleen het volledig ontwikkelde sympathische zenuwstelsel, dat de basisfuncties van ons lichaam regelt, dat kan reageren.
Dat verandert snel door voeding en opvoeding. Er worden kannen en kruiken aangereikt en aangemaakt om alles wat we waarnemen te kunnen bevatten. Door deze begrenzingen zijn we in staat te bevatten en waarnemingen te ordenen, eerst en vooral van wat ons direct omgeeft. Maar de algehele eerste totaalindruk gaat verloren. Enerzijds dus door de opvoeding, maar gaandeweg ook door frustratie. Het leven bedriegt ons. Ons vertrouwen wordt beschaamd, onze liefde gekwetst, onze vanzelfsprekende zekerheid onderuitgehaald.
Ons vermogen om ‘eerste indrukken’ op te vangen, wordt ingekapseld. Deze indrukken worden opgegeten door een
pad of een draak van latente stress die zich in ons vormt en die zich nestelt in ons lichaam en onze ingewanden. Wat eerst een bron van inspiratie en creativiteit was, is nu tot intimidatie geworden die ons eigen initiatief afblokt en ons overlevert aan en tot slaaf maakt van invloeden buiten ons. Er worden als het ware brandmerken aangebracht op onze centra van sensitiviteit, verzegelingen die haast niet te verbreken zijn. Er is één bron van creativiteit die blijft functioneren: in de seksuele organen blijft onze creativiteit materieel tevoorschijn komen, onze fysieke voortplanting blijft verzekerd.
Dat eerste moment, die eerste indruk is er een van ‘er zijn’. Zijn in zijn totaliteit, als monade, als spiegel van het universum. Het is een ervaring tot in het diepste niveau. Daarom moet de spirituele transformatie beginnen bij deze primaire vitale ervaring. Deze zit in ons als een eerste indruk, verzegeld en opgesloten door opvoeding, conditionering en traumatische ervaringen. De zegels van de wereld om ons heen zijn verzinnebeeld in de planeten en dus ook in de verschillende metalen. Zegels worden aangebracht doordat we geïmponeerd worden door bepaalde machten en krachten, zodat we het eigen initiatief kwijtraken en niet meer in staat zijn onze eigen eerste indrukken te vormen. Het zijn belemmeringen die ons beletten direct het licht van de bron te zien, we staan altijd in hun schaduw. Onze ‘bron des levens’ zit opgesloten achter deze zegels en het ‘levenswater’ wordt door bepaalde kanalen van beperkingen
geleid en geëxploiteerd door machten die onze vitaliteit knechten en voor eigen gewin gebruiken. Om de bron weer vrij te maken, moeten we deze zegels verbreken. Dit is een bijna onmogelijke zaak. Er zijn zeer bijzondere omstandig heden nodig om dit te doen. We moeten de aard van elk zegel doorgronden en de intimidatie ervan en het geïmponeerd zijn erdoor, opheffen. Pas dan komt de energie vrij die men de prima materia noemt en die men kan ver edelen tot een ‘totaalinzicht’. Zich op deze wijze bevrijden, is altijd subversief omdat ze ingaat tegen de algemeen geldende ‘wet van de wereld’ en de gewone gang van zaken voor zover die ons gevangen houdt. Het is noodzakelijk zo diep te gaan. Anders bevrijdt men zich misschien van bepaalde zegels maar blijft men vastzitten aan andere, die ons blijven exploiteren. De ‘eerste indruk van de geboorte’ is een metafoor die iedereen wel ergens kan plaatsen. In feite zijn de condities van dat moment er altijd en in het hier. En het nu. Het is mogelijk om in het ‘hier en nu’ verlicht te worden. Nu is Hier. Op dit moment! Op deze plaats! Op aarde en in mijn leven. Eeuwigheid is het ‘nu’ van de kosmos. Die twee vallen samen, zijn een en hetzelfde. Tussen ‘nu’ en ‘eeuwigheid’ zit ikzelf met mijn belemmeringen die ik kan transformeren tot mogelijkheden, vermogens, kwaliteiten van waarneming en openheid en intelligentie. Hier komt het vormen en ontwikkelen van de verschillende subtiele lichamen aan bod. Daar is een bepaald soort innerlijk werk voor nodig. Hier begint de alchemistische werkzaamheid. Naarmate het werk vordert, ontstaan nieuwe mogelijkheden tot aanvoelen, waarnemen en begrijpen. Er vormt zich een taal om dit allemaal vast te kunnen leggen
en te kunnen duiden.