De geschiedenis, de religie en de leefwijze van de Katharen ( Katharos betekent rein) staan tegenwoordig sterk in de belangstelling. De afgelopen decennia zijn er over deze onderwerpen vele boeken verschenen in allerlei talen. Jaarlijks bezoeken talloze toeristen de steden, de grotten en de ruïnes van kastelen in Zuid-Frankrijk die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Katharen. De middeleeuwse beweging van de Katharen creëerde in het toenmalige Europa een sterke opleving van het gnostieke gedachtegoed en de daarmee verbonden krachten.
Wat is gnostiek?
Gnostiek is letterlijk kennis, maar dan wel innerlijke Kennis, voortkomend uit het eigen wezen van de mens en niet uit een uiterlijke bron. Deze innerlijke kennis is voor de gnosticus het richtsnoer van zijn handelen en denken. Zij bepaalt hoe hij in de wereld staat en hoe hij zijn relatie met het Goddelijke vorm geeft; het Goddelijke dat in de mens zelf aanwezig is!
De Internationale School van het Gouden Rozenkruis voelt zich nauw verbonden met de Katharen. Ook zij wil de bevrijdende boodschap van deze middeleeuwse broederschapen andere gnostieke broederschappen uitdragen in deze tijd.
‘De leiders der Katharen moesten, zoals de leiders van alle gnostieke Broederschappen, rekening houden met tijd, plaats en omstandigheden. De dienaren in de wijngaard Gods treden op volgens het door hen verworven inzicht, en onder volledige zelfverantwoordelijkheid. Zij volgden de richtlijnen van de ene universele wet. Zij brachten de universele boodschap des heils.
Deze boodschap dient steeds nieuw te zijn, actueel, dynamisch, verlossend en praktisch voor ieder tijdsgewricht waarin zij wordt geopenbaard. Zij maakten hun eigen geschriften, formuleerden hun methode, stelden hun riten samen en pasten hun magie toe.
En wij, die objectief hun arbeid vergelijken mogen met andere gnostieke openbaringen in andere tijden, wij zeggen: het is onmiskenbaar hermetisch! En zo is het met alle gnostieke Broederschappen, ook met ons. Wij dienen zelf de godsvrucht vrij te maken.
Zoals gezegd:de Katharen vormden een gnostieke broederschap. Gnosis is van alle tijden en we vinden haar in vrijwel iedere cultuur. Maar, hoe herkennen wij een gnostieke groepering? Waarom noemen wij de Katharen een gnostieke beweging, een gnostieke broederschap?
In onze tijd komen we tot de ontdekking dat zelfs het Christendom niet volledig verklaard kan worden zonder ons in de Gnosis te verdiepen.
Als we ons voor een moment bepalen bij enkele verwante gnostieke stromingen, dan zien we in vogelvlucht vanaf het begin van onze jaartelling bijvoorbeeld Valentinus uit Alexandrië optreden. We ontmoeten ook Mani die in Perzië de leider was van de Manicheeën. Mani was de stichter van een gnostiek-christelijke wereldreligie die gedurende zo’n 1000 jaar miljoenen aanhangers heeft gekend. Het Manicheïsme verbreidde zich van Noord-Afrika tot in Noord-China (van de Atlantische oceaan tot de Stille oceaan!). De leer beïnvloedde het Westerse denken, bijvoorbeeld via de latere kerkvader Augustinus, die enige tijd aanhanger van Mani was.
Via de Paulicianen komen we dan bij de Bogomielen, (letterlijk betekent Bogomielen: ‘Gods-vrienden’, die voornamelijk in Bulgarije leefden.
In deze leer staan de val van de mens en de reddende kennis centraal. De Katharen gingen er van uit dat onze aardse schepping een gevolg is van de val van Satan-Lucifer, een van de hoogste engelen uit het Lichtrijk. Hij was meester over de ‘krachten in de hemelen’. Maar Lucifer wilde ‘gelijk aan de allerhoogste zijn’, en begon uit trots en een overmaat aan zelfvertrouwen met scheppende activiteiten. Een derde deel van de engelen sleurde hij in zijn eigenzinnigheid met zich mee in zijn val naar beneden. Hij werd ‘naar beneden geworpen uit de plaats van God en uit het rijk der hemelen’ en verloor er al zijn macht. Nu was hij in het niets, hij ‘vond geen rust, noch voor zichzelf, noch voor diegenen die bij hem waren.’
Zo lezen we in het bovengenoemde boek, de Interrogatio Johannis.
Na het eerste kernaspect van de val komen we bij de vraag: en hoe nu verder? Geen enkel gevallen wezen wordt voor eeuwig verdoemd, stelden de Katharen, er is altijd een mogelijkheid tot redding.
Zij onderscheidden zoals alle gnostieke stromingen twee Levensvelden. Deze twee werelden zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.De eerste wereld is het Koninkrijk Gods, het Absolute Zijn, met als levensessentie Liefde en Goedheid. Dit Godsrijk mag niet verward worden met wat wij hier als de hemel zien. De hemel waar wij na de dood naar toe hopen te gaan en die nog steeds behoort tot deze vergankelijke wereld.
Het tweede levensveld is de wereld waarin wij leven, voorbijgaand van aard en dus principieel ijdel en leeg. Deze wereld is voor de Katharen een Niets. Datgene wat niet voor altijd is, heeft uiteindelijk geen waarde.
Deze tweevoudige beschouwing van mens en wereld is het fundament van alle gnostieke stromingen.
Het pad
De weg die de mens moet bewandelen om terug te keren naar het andere levensveld, het Koninkrijk Gods, stond de Katharen duidelijk voor ogen. Het is de goddelijke ‘Weg der Sterren’. Een gang die niet automatisch verloopt, een weg die ook niet gemakkelijk is. Even ter zijde: de eerste Christenen noemden zich “de mensen van de weg”.
Deze weg vraagt om een juiste levenshouding, gericht op het grootse doel. Het is de reis naar een ander levensveld,
en betekent daarom het afscheid nemen van deze wereld.
‘Alle dingen zijn door het Woord geworden, en zonder het Woord is geen ding geworden, dat geworden is’.
Er waren in die dagen veel mensen die sympathiseerden met de Kathaarse Parfaits (de ingewijden) die ook wel Bonshommes, goede mensen, genoemd werden. Daarnaast waren er gelovigen, de croyants. Zij verdiepten zich daadwerkelijk in de leer van de Katharen. Zij ondergingen nog geen wijdingen maar wel leerden zij inzien wat de belemmeringen waren die het ontwaken van de Lichtvonk in de mens verhinderden.
Wilde zo’n gelovige een waarlijk Christen worden, dan begaf hij zich op de Weg der Sterren. Er volgde een lange voorbereiding op de christelijke levenspraktijk naar het voorbeeld van Jezus Christus. De gelovige leerde gaandeweg alle belemmeringen in zichzelf te overwinnen.Een gelovige kon zowel man als vrouw zijn, dit maakte voor de Katharen geen enkel verschil.
Voor de gelovige was het wel heel belangrijk zich los te maken van de banden die steeds weer ontstaan door verwijten en vooroordelen tegen anderen. Daarom trachtte hij zijn medemensen te vergeven, wanneer zij hem gekwetst hadden.
Op de inwijdingsweg waren treden, die één voor één bestegen moesten worden. Hiermee waren twee grote riten verbonden: het Onze Vader en het Consolamentum. Beide mochten eerst na een lange voorbereiding door de gelovige worden ondergaan.
Het Onze Vader is een inwijdingsritueel. Voor de Katharen was dit een heel belangrijk onderdeel van de weg naar het Ene Doel: terugkeer naar het Koninkrijk niet van deze wereld.
Pas na lange voorbereiding van purificatie (reiniging: de woorden van Jezus “zalig zijn de reinen van hart want zij zullen God zien!”was het leidmotief van de Katharen) was een Kathaar werkelijk in staat en was het hem geoorloofd dit gebed uit te spreken.
Deze voorbereiding van de Katharen om dit gebed te mógen uitspreken zal ons tot nadenken stemmen: wat is bidden werkelijk en waar zijn we mee bezig wanneer we een gebed uitspreken? Als we ons verplaatsten in de gedachtegang van de Katharen, kunnen we ons wellicht voorstellen dat er verschillende manieren van bidden zijn!
Het Onze Vader
Nethqadash shmakh
Teytey malkuthakh
Nehwey tzevyanach aykanna d’bwashmaya aph b’arha
Hawvlan lachma d’sunqanan yaomana
Washboqlan khaubayn (wakhtahayn) aykana daph khnan shbwoqan l’khayyabayn
Wela tahlan l’nesyuna. Ela patzan min bisha
Metol dilakhie malkutha wahayla wateshbukhta l’ahlam almin.
Oorspronkelijke Aramese versie van het Onze Vader
die ik ontmoet in wat mij ontroert,
Ik geef u een naam
opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven.
Bundel uw licht in mij – maak het nuttig.
Vestig uw rijk van eenheid nu,
uw enige verlangen handelt dan samen met het onze.
Schenk ons wat we elke dag nodig hebben
aan brood en aan inzicht.
Maak de koorden van fouten los
die ons vastbinden aan het verleden,
opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven.
Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden.
de alwerkzame wil,
de levende kracht om te handelen,
en het lied dat alles verfraait
en zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.
ondergang, een ‘sterven’ naar de aardse natuur.
Heel dikwijls wordt beweerd dat het endura gelijk staat aan zelfmoord. Voor de Katharen, en ook voor de Rozenkruisers van nu, duidde het endura evenwel op het spirituele proces van vervolmaking van de geestelijke mens.
De aardse mens wordt in dit proces niet gedood maar gaat procesmatig ten onder naar zijn actieradius, naar zijn invloedssfeer. Zijn hele wezenheid wordt opgenomen in dit proces. De materie prijsgeven door het er zich innerlijk van ontdoen; het is de rups transformeert tot pop, tot nieuwe ziel.
Deze inwijdingsweg, die de gelovige moest doormaken wordt heel mooi beschreven in het boekje ‘Op weg naar de heilige Graal’ van Antonin Gadal. Het verhaal speelt zich af in de grotten van de Heilige Berg in Ussat-Ornolac. In deze grotten gingen veel gelovigen de inwijdingsweg tot parfait, tot volmaakte christen.
Het Consolamentum
De Heilige Geest is de trooster, de onaardse liefdekracht die de mens weer met het verloren leven in de Geest verbindt. Het Consolamentum betekende dus een geestelijke doop. Een pelgrim op De Weg der Sterren die deze doop had ondergaan, was vanaf dat moment een Parfait: de rups is omgevormd tot pop, de stofmens is tot volkomen zielenmens geworden.
Maar de transformatie van zielenmens tot geestzielenmens blijft het doel van iedere Parfait: de pop moet zich transformeren tot vlinder, tot de transparante lichtende geestmens van weleer.
Hoe zagen de Katharen dan de waterdoop? Het is bekend dat de Katharen de waterdoop niet erkenden. Waarom niet?
Deze doop zagen zij als een reiniging van de aardse mens, terwijl de reiniging en vervolmaking van de gééstelijke mens het doel was van de Katharen. De geestelijke mens, die als een Lichtvonk in het mensenhart aanwezig is.
Deze geestelijke mens moet tot wasdom komen, moet groeien.
De croyant is bezig met een bewust proces van bouw aan die ware innerlijke mens. Hierover schrijft Lucienne Julien in ‘Cathares et Catharisme’ het volgende:
‘De grote waarde van de kathaarse religie is de wezenlijke zorg voor de innerlijke vervolmaking. Dit noemen de Katharen ‘het weven van het kleed van Licht’ Alleen dat Licht doet ons weer opstijgen naar de Geest. De etappes van die innerlijke vervolmaking manifesteren zich in een toenemende mate van altruïstisch sociaal gedrag. Een gedrag dat vrij is van onverschilligheid en egoïsme en steeds doordrenkt is van liefde’
Wanneer de gelovige het Consolamentum ontvangen had, en ook aantoonbaar enige tijd in praktijk had gebracht, keerde hij zich weer tot de wereld die hij in zichzelf had overwonnen. Hij kreeg de opdracht om de mysterie-wijsheid dichter bij de mensen te brengen: hij ging de wereld in om de bevrijdende boodschap te verkondigen. Deze boodschap was dus niet alleen maar aangeleerd, maar bovenal doorlééfd en verwerkelijkt in de Parfait. Door zijn eigen binding met de Geest kon hij deze lichtkracht in de wereld uitdragen; een Parfait was dus een lévende Boodschap.
Wat betekende nu de Graal voor de Katharen?
We zijn ons ervan bewust dat de historici in onze tijd ervan uitgaan dat de Graal niet in de Kathaarse leer voorkomt. Maar een van de kenmerken van een gnostieke Broederschap is: er is een beker, een vaas, ofwel een Graal nodig om de krachten van de Geest te kunnen ontvangen. We begrijpen nu dat deze Graal niet materieel hoeft te zijn:
zo zegt J. van Rijckenborgh, een van de stichters
van de School van het Rozenkruis in het boek
“De Triomf van de Universele Gnosis”.
En hij vervolgt:
‘De Graal is nu, door de eeuwen heen, geworden tot een zeer machtige concentratie van intens verlossende vibratie. Het is het siderische bloed van de Universele Christus. Het is een spanningsveld zó intens, dat het met niets te vergelijken is. Het wordt gesymboliseerd door een beker, of door een hart, waaruit het levende bloed vloeit. Het is het kapitaal van de Gnosis, door alle tijden heen verzameld. Uit deze schat wordt geput om u allen gelukkig te maken, stralend gelukkig. Het is de Schat der Katharen, het is de Schat van het Rozenkruis en de Schat van de Graal. Het is het vermogen van de totale Universele Keten. Het is de Schat die ook in het bezit is gesteld van de Jonge Gnosis, een Schat die u allen rijk, zeer rijk kan maken! Dát is de Erfenis van de Graal.Kortom het is de Zon van het stelsel van de Universele Keten, een Zon met een steeds toenemende lichtglans en kracht. Iedere Jonge Gnosis die aangenomen wordt in de Keten, die toegelaten wordt in het stelsel, is in staat van die Zonnekracht mede te delen aan een ieder die ontvangen wil: kracht tot wedergeboorte kracht tot zielegroei kracht tot openbaring van het gouden bruiloftskleed kracht tot priesterlijke arbeid’.
Het is de verborgen Licht-schat der Katharen. En tot de leerlingen van de School van het Rozenkruis zegt J. van Rijckenborgh dan:
‘In de magische arbeid die te uwen behoeve werd aangevangen, werd de Graal u gereikt, werd het open Hart der Genade u aangeboden,werd het positief verlossende element aan u overgedragen. U hebt de erfenis van de Graal ontvangen en u hebt haar aangenomen. U bent veranderd en wij wachten op uw daden’.
Wij hopen dat wij het gnostieke gedachtegoed van de middeleeuwse gemeenschap der Katharen op lévende wijze voor u hebben geplaatst. De schat der Katharen is onvergankelijk en slechts verborgen voorzover wij onszelf er voor verbergen. Deze schat wordt, ook nu in onze tijd, aan ieder gereikt die het proces daartoe wil aanvaarden.
De Kathaarse mysteriën zijn universele mysteriën. Datgene wat wij aan u hebben overgedragen zijn de aloude mysteriën van de ingewijden van o.a. de Kelten, de Druïden, en de Egyptische mysteriën van de Gnosis. Men kan alle mysteriën van de mensheid samenvatten in één woord: “God is Liefde”.
Zoals wij hier boven al hebben gezegd, voelt het Rozenkruis zich nauw verwant met de Katharen. Want de “Weg der Sterren” en het Pad van het moderne Rozenkruis zijn één en dezelfde: het proces tot ware Menswording.De Internationale School van het Gouden Rozenkruis licht voor én steunt daarbij iedereen die dit Pad van de Gnosis wil gaan. Zij is daartoe volkomen toebereid en is verbonden met de onvergankelijke Lichtschat der Katharen.